Private opdrachten

http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&table_name=wet&cn=1804032134

 HOOFDSTUK III. – HUUR VAN WERK EN VAN DIENSTEN.

Art.1779. Er zijn drie hoofdsoorten van huur van werk en van diensten :
  1° De huur van werklieden die in iemands dienst treden;
  2° Die van vervoerders te land en te water, die zich belasten met het vervoer van personen of van koopwaren;
  3° Die van aannemers van werken die handelen ingevolge bestekken of aannemingen.

 AFDELING III. – BESTEKKEN EN AANNEMINGEN.

Art.1787. Wanneer men iemand belast met het maken van een werk, kan men overeenkomen dat hij alleen zijn arbeid of zijn diensten, ofwel dat hij ook de stof zal verstrekken.

  Art. 1788. Ingeval de werkman de stof verstrekt en de zaak op welke wijze ook teniet gaat voordat zij geleverd is, komt het verlies voor rekening van de werkman, tenzij de opdrachtgever in gebreke was om de zaak te ontvangen.

  Art. 1789. Ingeval de werkman alleen zijn arbeid of zijn diensten verstrekt en de zaak teniet gaat, is hij slechts voor zijn schuld aansprakelijk.

  Art. 1790. Indien, in het geval van het vorige artikel, de zaak teniet gaat, zelfs buiten enige schuld van de werkman, voordat het werk ontvangen is en zonder dat de opdrachtgever in gebreke was het werk goed te keuren, kan de werkman geen aanspraak maken op loon, tenzij de zaak is teniet gegaan door een gebrek in de stof.

  Art. 1791. Wanneer een werk bij het stuk of bij de maat vervaardigd wordt, kan de goedkeuring ervan bij gedeelten geschieden; zij wordt geacht te zijn gedaan voor al de betaalde gedeelten, indien de opdrachtgever de werkman telkens betaalt naar verhouding van hetgeen is afgewerkt.

  Art. 1792. Indien een gebouw dat tegen vaste prijs is opgericht, geheel of gedeeltelijk teniet gaat door een gebrek in de bouw, zelfs door de ongeschiktheid van de grond, zijn de architect en de aannemer daarvoor gedurende tien jaren aansprakelijk.

  Art. 1793. Wanneer een architect of een aannemer het oprichten van een gebouw op zich heeft genomen tegen vaste prijs, volgens een met de eigenaar van de grond vastgelegd en overeengekomen plan, kan hij geen vermeerdering van de prijs vorderen, noch onder voorwendsel van vermeerdering van de arbeidslonen of van de bouwstoffen, noch onder voorwendsel van verandering of vergrotingen die in het plan zijn aangebracht, tenzij voor die veranderingen of vergrotingen schriftelijke toestemming is verleend, en de prijs ervan met de eigenaar is overeengekomen.

  Art. 1794. De opdrachtgever kan de aanneming tegen vaste prijs door zijn enkele wil verbreken, ook al is het werk reeds begonnen, mits hij de aannemer schadeloos stelt voor al zijn uitgaven, al zijn arbeid, en alles wat hij bij die aanneming had kunnen winnen.

  Art. 1795. Huur van werk wordt ontbonden door de dood van de werkman, de architect of de aannemer.

  Art. 1796. Maar de eigenaar is gehouden aan hun nalatenschap de waarde van het gedane werk en die van de in gereedheid gebrachte bouwstoffen te betalen, naar evenredigheid van de bij de overeenkomst bedongen prijs, doch alleen indien die werken of die bouwstoffen hem van nut kunnen zijn.

  Art. 1797. De aannemer is aansprakelijk voor de daad van de personen die hij bezigt.

  Art. 1798. <W 19-02-1990, art. 2> Metselaars, timmerlieden, arbeiders, vaklui en onderaannemers gebezigd bij het oprichten van een gebouw of voor andere werken die bij aanneming zijn uitgevoerd, hebben tegen de bouwheer een rechtstreekse vordering ten belope van hetgeen deze aan de aannemer verschuldigd is op het ogenblik dat hun rechtsvordering word ingesteld.
  De onderaannemer wordt als aannemer en de aannemer als bouwheer beschouwd ten opzichte van de eigen onderaannemers van de eerstgenoemde.
  [1 In geval van betwisting tussen de onderaannemer en de aannemer, kan de bouwheer het bedrag storten in de Deposito- en Consignatiekas of op een geblokkeerde rekening op naam van de aannemer en onderaannemer bij een financiële instelling. De bouwheer is hiertoe verplicht indien hij hiertoe schriftelijk wordt verzocht door de hoofdaannemer of de onderaannemer.]1
  ———-
  (1)<W 2013-07-11/19, art. 90, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2017, datum vervangen in 01-01-2018 bij W 2016-12-25/12, art. 36, Inwerkingtreding : 01-01-2018 !!!>

  Art. 1799. Metselaars, timmerlieden, slotenmakers en andere werklieden die rechtstreeks werken aannemen tegen vaste prijs, zijn gehouden aan de regels in deze afdeling voorgeschreven : zij zijn aannemers voor het werk dat zij uitvoeren.